Vragen over provinciaal beleid & positie EC RH41

Vragen over provinciaal beleid & positie EC RH41

Wij hebben naar aanleiding van ons artikel Nieuw provinciaal beleid maakt uitkoop RH41 overbodig een tweetal vragen gekregen die wij graag willen beantwoorden. Een vraag over de juridische bevoegdheid van de EC en een vraag over besluitvorming bij de provincie.

Hoe zit het nu precies juridisch als de Europese Commissie stelt dat de deal onrechtmatige/onverenigbare staatssteun is?

De Europese Commissie kan geen privaat contract ontbinden.

  • De EC kan wél zeggen: “er is (onrechtmatige/onverenigbare) staatssteun.” Dan moet het voordeel worden terugbetaald, met rente.
  • Het contract blijft verder staan, tenzij een Nederlandse rechter dat op andere gronden vernietigt.

Gevolg: terugbetalen én tóch de contractplichten nakomen is mogelijk.

Wat betekent dit voor RH41 na 1 januari 2026?

  1. Contract staat vast
    Na 1 januari 2026 kan de ondernemer niet meer uitstappen. Het contract (bijv. “afbouwen binnen 3 jaar”) blijft leidend. In het Nederlandse recht geldt: afspraken zijn bindend (pacta sunt servanda). Dat verandert niet doordat er later een EU-staatssteunbesluit komt.
  2. Wat de EC wél doet
    De EC kijkt alleen naar steun. Is er verboden steun? Dan moet de gemeente het volledige steunvoordeel terugvorderen. Inclusief rente vanaf de dag dat het voordeel is genoten. Dat heet “herstel van gelijke concurrentievoorwaarden”.
  3. Alleen het voordeel gaat eraf
    De deal zelf wordt niet “uitgegumd”. Het steunbestanddeel (overcompensatie/te veel betaalde prijs of voordeel) moet terug. De rest van het contract loopt door. Nederlandse rechters moeten daarbij zorgen dat het EU-recht effectief is, maar ze maken de overeenkomst niet automatisch ongeldig.
  4. Ja, dit kan hard uitpakken
    Scenario: de EC oordeelt steun. Dan kan de ondernemer het volledige steunvoordeel moeten terugbetalen, met rente, én tegelijk gebonden blijven aan afbouwen binnen 3 jaar. Dat voelt wrang, maar juridisch klopt het: het voordeel gaat eruit, het contract blijft staan.

Als steun verboden is, valt de hele deal toch om?

Nee. Verboden steun betekent terugvordering van het volledige steunbedrag, met rente. Alleen als in het contract zelf staat dat een EC-oordeel de overeenkomst ontbindt, of als een rechter het contract op andere gronden vernietigt, valt de deal uiteen. Zonder zo’n bepaling blijft de overeenkomst gelden en wordt alleen het steunvoordeel gerepareerd.

Let op: als de volledige uitkoopsom als voordeel wordt gezien (onverenigbare staatssteun/selectieve deal), kan de terugvordering de hele uitkoopsom plus rente omvatten. Is slechts een deel voordeel (overwaardering), dan wordt dat deel plus rente teruggevorderd.

Kortom
EC oordeelt over het voordeel, niet over het contract: bij verboden steun volgt terugbetaling met rente, terwijl de contractplichten – zoals afbouwen binnen 3 jaar – gewoon blijven gelden.

Zijn deze provinciale besluiten waaraan je refereert rechtsgeldig of kan de regering dit weer gaan veranderen na de verkiezingen?

De provincie is voornemens om een besluit te nemen waarbij bestaande stallen die verplicht moeten innoveren (zoals RH41) kan volstaan met een melding aan de provincie.

Bij uitbreiding van het varkensbedrijf dient er wel een natuurtoestemming te worden verleend waarbij er ook getoetst wordt op haalbaarheid van de beoogde emissiereductie van 46% in 2035. Het besluit moet nog genomen worden.

Maar als het voorstel wordt vastgesteld geldt onderstaand:

Ja. Als Provinciale Staten/Gedeputeerde Staten ze volgens de regels hebben vastgesteld en gepubliceerd, gelden ze. Ze blijven gelden tot een rechter ze vernietigt of de provincie ze wijzigt.

Kan een nieuw kabinet dit alsnog veranderen?

Alleen via landelijke wet- of AMvB-wijziging (Omgevingswet/Bkl e.d.) of door nieuwe instructieregels. Dat kost tijd (procedure, consultatie, Raad van State) en werkt niet zomaar terug. Een kabinet kan niet “met één pennenstreek” een geldig provinciaal besluit overruled zonder wettelijke basis.

Les uit 2017

Brabant zette in 2017 al eigen, strengere koers neer (versnelde moderniseringsplicht voor stallen/15-jaarregel en aangescherpte termijnen). Die lijn hield jaren stand. Het laat zien: binnen landelijke kaders kan de provincie stevige eigen keuzes maken.

Wie beslist waar?

De provincie is bevoegd gezag voor natuurvergunningen (Wnb). De gemeente gaat over omgevingsplan/bouwen/geur. Gemeenten moeten provinciale instructieregels volgen; ze kunnen een Wnb-kader niet “oprekken”.

Wat betekent dit praktisch?

Reken niet op een snelle draai na verkiezingen. Zélfs bij rijkswijzigingen is er overgangsrecht en geen automatische legalisering van groei. Voor dossiers als RH41 blijft het vertrekpunt: moderniseren kan (melding/maatwerk), uitbreiding blijft vergunningplichtig én moet in het 2035-reductiespoor passen.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *